Referenties van afwijkende woningtypen terecht afgewezen

Dossiernummer: GC220517

Datum uitspraak: donderdag 09 juni 2022

Het NWWI heeft aan de taxateur een wijzigingsverzoek gestuurd met drie vragen. De taxateur heeft er twee afgehandeld, maar laat de derde onbeantwoord. Daarna is de taxateur met vakantie gegaan en heeft het NWWI het rapport laten vervallen. De taxateur vindt dit onterecht en dient een interne klacht in. De taxateur krijgt de gelegenheid inhoudelijk te reageren, maar ook na zijn nadere toelichting wordt het rapport niet gevalideerd. De taxateur legt de kwestie voor aan de Geschillencommissie.

Het NWWI heeft de taxateur gevraagd waarom hij bij de keuze van referenties gekozen heeft voor een afwijkend model woning, terwijl er wel referenties zijn van hetzelfde type. Het object betreft een tussenwoning, de referenties zijn van een hoekwoning, een vrijstaande woning en een geschakelde woning, met flinke verschillen wat betreft het bouwjaar. Daardoor wordt de waardering onvoldoende onderbouwd, aldus het NWWI. De taxateur vindt de referenties van hetzelfde type niet bruikbaar, omdat deze veel kleiner zijn en niet beschikken over een grote garage, wat het getaxeerde object wel heeft. Het NWWI vindt de nadere toelichting onvoldoende, omdat de vertaalslag van de uit de verkopen gedestilleerde vierkante meter prijzen naar de marktwaarde van het te taxeren object onvoldoende aannemelijk en toetsbaar is.

De Geschillencommissie wijst erop dat bij de referenties aangedragen door de modelwaarden zes tussenwoningen worden genoemd. Hierbij vermeldt de taxateur bij vier van deze zes tussenwoningen dat sprake is van een ‘vergelijkbaar object’. Waarom hij toch gekozen heeft voor referenties van drie afwijkende woningtypen en een sterk afwijkende bouwperiode, heeft de taxateur onvoldoende kunnen uitleggen.

Het voorstel om de taxateur de gelegenheid te bieden om de referenties aan te passen, is door het NWWI terecht afgewezen, oordeelt de Geschillencommissie. De referentieobjecten vormen de kern van de waardering, zodat bij het wijzigen van de referenties de basis aan de waardering vervalt.

De Geschillencommissie overweegt dat het terecht is dat het NWWI een rapport niet valideert als er niet (voldoende) gereageerd wordt op een vraag. Wel adviseert de Geschillencommissie om daar een duidelijke termijn voor te bepalen, om de transparantie te vergroten.

De Geschillencommissie Validaties oordeelt dat het NWWI de taxateur voldoende gelegenheid heeft geboden zijn standpunten met betrekking tot het door hem ter validatie ingediende taxatierapport nader toe te lichten alvorens te besluiten het rapport niet te valideren en te laten vervallen. Het verzoek van de taxateur wordt dan ook afgewezen.


Terug naar overzicht