Andere regels voor taxatierapport in het kader van de wet WOZ
Dossiernummer: 24669
Datum uitspraak: maandag 23 december 2024
De klacht betreft een door de taxateur, in opdracht van de heffingsambtenaar, opgesteld taxatierapport voor de woning van klager. Het taxatierapport is ingebracht in een gerechtelijke procedure rondom de WOZ-waardering van de woning van klager.
Klager is van mening dat de taxateur zich niet heeft gehouden aan de regelgeving van NRVT en voert terzake een drietal klachtonderdelen aan: de verplichte onderdelen uit het model Taxatierapport Woonruimte versie april 2018 zijn uit het rapport verwijderd dan wel ontbreken, de taxateur heeft niet de laatste versie van het model Taxatierapport Woonruimte gehanteerd en het rapport bevat fouten. Ook zijn in het rapport bij de locatie enkele door klager aangegeven kenmerken niet opgenomen, noch de referenties die klager heeft voorgesteld.
De taxateur erkent een aantal onderdelen te hebben verwijderd uit het model Taxatierapport Woonruimte om het rapport leesbaar te houden voor de rechtbank. De taxateur heeft per abuis inderdaad een oud model Taxatierapport Woonruimte gehanteerd en maakt hiervoor zijn excuus. Ten aanzien van de genoemde fouten merkt de taxateur op dat deze niet van invloed waren op de waarde, dat de mening van belanghebbende ten aanzien van de locatie naar voren dient te worden gebracht in de procedure bij de rechtbank en dat alleen referenties meegenomen kunnen worden in de waardering die verkocht zijn.
Allereerst overweegt het tuchtcollege dat bij het opstellen van een taxatierapport WOZ, hetgeen noodzakelijk is in geval van een gerechtelijke procedure over de WOZ-waarde, de Praktijkhandreiking WOZ van toepassing is. In artikel 6 van de Praktijkhandreiking is opgenomen aan welke voorwaarden het rapport moet voldoen. In bijlage 1 behorende bij dit artikel is opgenomen welke onderdelen minimaal moeten worden opgenomen in het taxatierapport. Anders dan waarvan partijen in de correspondentie lijken uit te gaan, bestaat er geen model Taxatierapport WOZ.
Het tuchtcollege stelt vast dat, nu er geen sprake is van een model Taxatierapport WOZ, een taxateur in principe gebruik kan maken van ieder beschikbaar model taxatierapport, mits de onderdelen genoemd in Bijlage 1 van de Praktijkhandreiking WOZ hierin zijn opgenomen. Het gebruiken van een verouderd model Taxatierapport Woonruimte en het schrappen van onderdelen hieruit is op zich dan ook niet klachtwaardig.
Voor het overige overweegt het tuchtcollege dat de objectomschrijving en locatiebeoordeling in het rapport zijn opgenomen en dat deze verder ter beoordeling aan de rechtbank zijn en niet aan het tuchtcollege, de taxateur gevolgd kan worden in zijn verweer dat alleen objecten welke reeds verkocht zijn meegenomen kunnen worden als referentieobject, op diverse plekken in het rapport bronvermelding is opgenomen, de objectiviteit en onafhankelijkheid door de taxateur afdoende zijn toegelicht ter zitting en tenslotte dat de Praktijkhandreiking WOZ een nadere uitleg en invulling geeft aan de regels uit EVS en IVS.
Het tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond.
Terug naar overzicht