NRVT constateert bij een audit dat drie taxatierapporten van woonruimte niet voldoen aan de regelgeving.

Uit hetgeen in de audit is gesteld, blijkt dat in alle rapporten de Transitievisie Warmte op ‘nee’ staat, terwijl deze wel aanwezig is. In één rapport wordt een achterom vermeld, terwijl deze niet aanwezig is. In dit rapport vermeld het KCAF-rapport een niet-onderheide, gemetselde fundering, terwijl de taxateur een houten paalfundering vermeldt. Tevens gaat de taxateur in dit rapport uit van de aanwezigheid van een spouw, terwijl de woning is voorzien van steens muren. Voorts is in dit rapport de projectafbakening niet navolgbaar omdat in het dossier behoudens een kostenopgave geen gegevens, tekeningen e.d. aanwezig zijn waaruit blijkt hoe de verbouwing eruit komt te zien en of de fundering wel voldoende draagkrachtig is. Tot slot onderbouwen de referenties voor de waarde na verbouwing de getaxeerde waarde niet. In een ander rapport is de waarde in zeven maanden met 28,46% gestegen zonder dat deze waardestijging in het rapport wordt onderbouwd/verklaard.  Hierdoor zijn de berekeningen en opbouw van de geschatte waarde niet inzichtelijk en de overwegingen van de taxateur voor een derde niet te volgen.

NRVT stelt dat de rapporten daardoor niet voldoen aan de vereiste zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels), maar vanwege het tijdsverloop tussen de audit en het indienen van de klacht wordt verzocht om oplegging van een berisping.

De taxateur voert geen verder verweer en erkent dat de rapporten tekortschieten. Hij heeft maatregelen genomen om dit in de toekomst te voorkomen.

Het tuchtcollege volgt NRVT in de klacht, de rapporten zijn op onvoldoende zorgvuldige en vakbekwame wijze opgemaakt en de klacht is gegrond.

Gezien de aard en de ernst van de overtredingen zou naar het oordeel van het tuchtcollege het opleggen van een voorwaardelijke schorsing in beginsel passend zijn geweest. Het tuchtcollege laat echter meewegen dat de taxateur zijn tekortkomingen erkent en maatregelen heeft genomen voor de toekomst. Bovendien is de taxateur pas in een laat stadium geïnformeerd over het vervolg van de audit. Het tuchtcollege legt daarom een berisping op.

Overigens merkt het tuchtcollege op het zorgwekkend te vinden dat de taxateur al kort na zijn inschrijving in het register, het door hem bevestigde opmerkelijk grote aantal taxaties verricht zonder hierin kennelijk begeleid te worden door een collega/kantoorgenoot.