NRVT constateert bij een audit dat een tweetal bedrijfsmatige taxatierapporten niet voldoen aan de geldende regelgeving. In de taxatierapporten ontbreekt essentiële informatie, zo is de doelomschrijving in de opdrachtvoorwaarden niet juist, is geen rekening gehouden met de waardepeildatum die de fiscus hanteert, terwijl het gaat om een taxatie vanwege een schenking, wijkt de waarde van het getaxeerde aanzienlijk af van de referentie, waarbij een toelichting ontbreekt, en is de netto yield niet onderbouwd.

NRVT stelt dat de rapporten daardoor niet voldoen aan de vereiste zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels) en verzoekt mede vanwege het tijdsverloop tussen de audit en het indienen van de klacht – om oplegging van een waarschuwing.

De taxateur stelt onder meer dat de notaris die betrokken is bij de overdracht, heeft verzocht om een taxatie. Daarbij is niet gevraagd om een WOZ-waarde en is niet aangegeven dat een andere waardepeildatum moet worden gehanteerd. Daarnaast vindt hij dat NRVT zich bemoeit met het handwerk van de taxateur.

Het tuchtcollege overweegt dat van de taxateur als professional wordt verwacht dat deze zijn opdrachtgever informeert over de mogelijkheid dat het rapport niet bruikbaar is voor een bepaald doel bij het hanteren van een bepaalde waardepeildatum. Het tuchtcollege gaat wel mee in het verweer van de taxateur dat markt niet altijd meegaat in een – voorgenomen – rendementsfictie van de belastingdienst.

Het tuchtcollege volgt NRVT in de klacht, de beide rapporten zijn op onvoldoende zorgvuldige en transparante wijze opgemaakt en de klacht is gegrond. Omdat de taxateur de tekortkomingen deels erkend heeft en maatregel heeft genomen en vanwege de lange duur tussen audit en klacht, volstaat het tuchtcollege met oplegging van een waarschuwing.