In een audit worden twee taxatierapporten beoordeeld. NRVT constateert dat er nogal wat ontbreekt in de rapporten, zoals de plausibiliteitstoets. Daarnaast is in één van de rapporten de feitelijke situatie niet juist vermeld, er is namelijk sprake van een verhuurde woning. In het taxatierapport is niet vermeld of, en zo ja hoe, rekening is gehouden met de verhuurde staat. Dit wordt ook niet duidelijk uit de opgevoerde referenties. Mede door het niet toevoegen van een bijzonder uitgangspunt (vrij van huur en gebruik) is de daadwerkelijke marktwaarde niet navolgbaar onderbouwd. Het vaststellen van een verkeerde marktwaarde kan financiële consequenties hebben voor de eigenaar/opdrachtgever.

De taxateur voert geen verweer.

Het tuchtcollege is het met NRVT eens dat de rapporten niet naar behoren zijn ingericht en summier zijn gemotiveerd, waardoor essentiële gegevens ontbreken over de onderbouwing van de waarde.

Het tuchtcollege herhaalt maar weer dat het doel van een inzichtelijk en transparant taxatierapport niet is dat de taxateur weet hoe hij tot een waardering is gekomen, maar dat ook anderen dat kunnen volgen, zodat aan een taxatierapport in het maatschappelijk en economisch verkeer vertrouwen kan worden ontleend.    

Het niet voldoen aan de regelgeving van NRVT, met name de beginselen van zorgvuldigheid, transparantie, vakbekwaamheid en professioneel gedrag, maakt dat de taxateur zich klachtwaardig heeft gedragen.

De taxateur erkent niet fouten te hebben gemaakt, heeft geen maatregelen genomen om in de toekomst vergelijkbare fouten te voorkomen, en laat niet blijken inzicht te hebben in de aard, de ernst en de omvang van de tekortkomingen.

Het tuchtcollege oordeelt de klacht gegrond en legt de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier maanden met een proeftijd van twee jaar op.