Geen nieuwe feiten of omstandigheden; beroep verworpen

Dossiernummer: 22412HB

Datum uitspraak: dinsdag 10 oktober 2023

Uitspraak in eerste aanleg: De bank, erfpacht en een teleurgestelde agrariër

In eerste aanleg is door klager, een agrarisch ondernemer, een klacht ingediend over de taxateur omdat deze zijn bedrijf veel te laag heeft gewaardeerd. Een andere taxateur heeft het bedrijf veel hoger gewaardeerd waarbij klager denkt dat de bank daar de hand in heeft gehad; die zou belang hebben bij een lagere waardering. Ook ontkent klager dat hij opdracht heeft gegeven voor de taxatie. Daarnaast vindt klager het onbegrijpelijk dat een woning op het terrein op nihil is gewaardeerd.

Het tuchtcollege in eerste aanleg heeft de klacht ongegrond verklaard. Het tuchtcollege oordeelt dat de taxateur terecht is uitgegaan van de situatie in het bedrijfsplan. Deze overeenkomst was door klager gesloten met de koper op het moment van de taxatie. Tijdens de hoorzitting heeft klager toegelicht dat hij de offerte kende, dat hij uit de drie taxatiekantoren die de bank voorstelde zelf gekozen heeft voor het kantoor van de taxateur, en dat hij vooraf de vragenlijst van de taxateur heeft ingevuld. Onder deze omstandigheden kon niet worden gesteld dat klager onvoldoende op de hoogte was van de taxatieopdracht. Wel had de taxateur – voor alle duidelijkheid, met name voor derden – explicieter kunnen vermelden dat de bank de offerte namens klager had geaccepteerd. Dat is echter nog geen tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag.

In hoger beroep heeft klager in grote lijnen de gronden van zijn klacht in eerste aanleg herhaald. Nieuwe relevante feiten en/of gronden zijn niet aangevoerd.

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft geen ander licht op de zaak geworpen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de uitspraak in eerste aanleg.

Het tuchtcollege in hoger beroep kan zich verenigen met de in hoger beroep bestreden overwegingen en met het oordeel van het tuchtcollege in eerste aanleg. Het neemt deze overwegingen en dat oordeel daarom integraal over en verwerpt het beroep.


Terug naar overzicht