Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op vier taxatierapporten vallend onder woonruimte.

In de taxatierapporten ontbreekt essentiële informatie. De rapporten zijn onvoldoende zorgvuldig en transparant ingericht. Zo is de SWOT-analyse in alle taxatierapporten te beperkt. Daarnaast is in twee rapporten de referentieanalyse niet meer dan een opsomming van de verschillen en geen onderbouwing van de waarde van het te taxeren object. In één rapport is de bestemmingsomschrijving onvolledig. In één rapport is de maatvoering niet conform de meetinstructie en is de objectafbakening niet correct. Tenslotte is in één rapport de bestemmingsomschrijving onjuist waardoor een bedrijfsonderdeel ten onrechte werd aangeduid als een zelfstandig te financieren woonmogelijkheid. Hierdoor zijn de berekeningen en opbouw van de geschatte waarde niet inzichtelijk en de overwegingen van de taxateur voor een derde niet te volgen.   

De taxateur merkt op dat hij vindt dat de hele procedure veel te lang loopt waardoor je als taxateur lang in onzekerheid blijft zitten. Ook vindt hij dat de PE-cursussen anders ingericht moeten worden. Tenslotte merkt de taxateur op dat hem pas bij de audit duidelijk is geworden dat NWWI niet leidend is voor de beoordeling van rapporten. De taxateur erkent dat hij als taxateur fouten heeft gemaakt, maar is van mening dat er ook in het auditrapport fouten staan, zoals hij reeds heeft aangegeven in zijn reactie op het concept auditrapport.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld die niet voldoen aan de regelgeving. De door de taxateur geschatte waarde is hierdoor niet goed onderbouwd. Daardoor zijn fundamentele beginselen geschonden zoals vastgelegd in het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB), met name het beginsel van zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 RGB).

Daarnaast stelt het tuchtcollege vast dat een tweetal rapporten niet voldoen aan het beginsel van integriteit (artikel 10 RBG). De taxateur heeft in één rapport de inspectiedatum veranderd en het doel van de taxatie aangepast. De taxateur heeft geen afdoende verklaring gegeven voor deze aanpassingen. Ten aanzien van de kwestie van de woonboot als bedrijfsonderdeel van de jachthaven in plaats van zelfstandig verhandelbare woonmogelijkheid, geldt dat het tuchtcollege van oordeel is dat de geldverstrekker daarmee in het kader van de herfinanciering is misleid.

De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.

Gezien de aard en de ernst van de overtredingen is naar het oordeel van het tuchtcollege – alles afwegende - het opleggen van een voorwaardelijke schorsing passend met daarnaast een onvoorwaardelijke geldboete.