Een taxateur heeft een taxatierapport uitgebracht in opdracht van een zorginstelling die een pand dat in gebruik is voor dagbesteding wil verkopen. De zorginstelling dient daarna een klacht in tegen de taxateur. Voor het pand kan worden verkocht, is toestemming nodig van het College Sanering Zorginstellingen, maar de vragen die het CSZ heeft worden maar niet beantwoord door de taxateur. Klager stelt dat het rapport zelf niet ter discussie staat, het gaat om de nazorg en de slechte communicatie van de taxateur. Deze was lange tijd volkomen onbereikbaar, zelfs voor een bemiddelaar vanuit het tuchtcollege.

De taxateur gaat in het verweerschrift alsnog in op de extra gestelde vragen. Eerder heeft hij al diverse vragen telefonisch beantwoord bij de vorige contactpersoon van de zorginstelling. Daarnaast stelt hij dat hij de taxatie heeft uitgevoerd zoals in de opdrachtvoorwaarden is overeengekomen. De vragen die CSZ had, zijn hem pas maanden na het uitbrengen van de taxatie kenbaar gemaakt. Ook licht de taxateur toe dat hij en zijn bedrijf een moeilijke periode met uitval wegens ziekte hebben doorgemaakt.

Het tuchtcollege concludeert dat de taxateur het taxatierapport tijdig heeft opgesteld, volgens de opdracht die hij met de zorginstelling overeengekomen was. Enkele maanden daarna heeft hij de gestelde vragen in een mail beantwoord en deze telefonisch nader toegelicht aan zijn contactpersoon. Vervolgens zijn in december opnieuw aanvullende vragen gesteld. Uit het dossier komt naar voren dat de zorginstelling zich vooraf niet voldoende heeft gerealiseerd wat zij - en CSZ - nodig hadden om te kunnen komen tot een verkoop. Een taxatierapport was maar een deel van de benodigde informatie, maar toch is de taxateur ‘alleen maar’ om een taxatierapport gevraagd, wat hij tijdig en zonder discussie heeft opgesteld.

Anderzijds had van de taxateur verwacht mogen worden dat hij had gecommuniceerd of hij op de vragen zou ingaan en wanneer dat voor hem haalbaar was. In plaats daarvan reageerde de taxateur in het geheel niet op de vele berichten van de opdrachtgever. Dat had van hem en zijn kantoor, ook in een moeilijke situatie, wel verwacht mogen worden. Dat is niet zorgvuldig.

De klacht is daarom gegrond, maar het tuchtcollege legt geen maatregel op.