De klacht heeft betrekking op een taxatierapport opgesteld in opdracht van klager en haar (ex-)partner. Het betreft de woning waarvan zij gezamenlijk eigenaar zijn. De rechtbank heeft in een procedure tussen klager en haar (ex-)partner beslist dat de woning, na twee eerdere taxaties, een derde keer moest worden getaxeerd om de definitieve marktwaarde te bepalen. Beiden zouden hierna een evenredig deel van de opbrengst van de woning verkrijgen. 

Klager is van mening dat de taxateur de waarde niet goed heeft vastgesteld; de referentiepanden zijn niet goed vergelijkbaar met het getaxeerde object, de taxateur is mogelijk partijdig geweest doordat deze een tweede keer toegang heeft gehad tot de woning zonder bijzijn of toestemming van klager, en er is door de taxateur geen rekening gehouden met de ontwikkelingen in de woningmarkt.

Het tuchtcollege stelt vast dat in de onderhavige kwestie de taxateur de woning heeft opgenomen, zijn bevindingen heeft verwerkt in een volledig taxatierapport en een geschatte waarde heeft bepaald, onder meer onderbouwd met referenties. Deze liggen allen in de directe omgeving als het getaxeerde, de transactiedata zijn maximaal 24 maanden oud en zijn van hetzelfde woningtype en hetzelfde bouwjaar. Ook zijn de referenties in het rapport geanalyseerd zodat de waarde voldoende inzichtelijk is gemaakt.

Dat verweerder zich zou hebben laten beïnvloeden door de ex-partner van klager is onvoldoende onderbouwd.

Het tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond.