Klacht ongegrond; onderbouwing klager niet voldoende

Dossiernummer: 24614

Datum uitspraak: donderdag 01 augustus 2024

Klager is eigenaar van een object dat zij voornemens is te verbouwen tot het meest rolstoelvriendelijke hotel in Nederland. Zij heeft het rapport op laten stellen om inzicht te krijgen in de marktwaarde na verbouwing.

Klager voert een drietal klachtonderdelen aan. Ten eerste is het aantal m2 onjuist, ten tweede zijn de referentieobjecten meer dan 200 km verwijderd van het getaxeerde object en tenslotte is de plausibiliteitsverklaring afgegeven met een onjuist adres. Klager is van mening dat het hele proces veel te lang heeft geduurd en de taxateur een onzorgvuldig rapport in zwart-wit uitvoering heeft opgeleverd dat niet past in deze tijd.

De taxateur heeft aangevoerd dat de tekeningen die in eerste instantie van klager zijn ontvangen, niet juist waren. In de definitieve versie van het rapport is een en ander aangepast. De taxateur heeft gekeken naar huurreferenties van vergelijkbare objecten in de nabije omgeving. Nu die niet voorhanden waren is gekozen voor objecten die qua functie en grootte beter aansluiten bij het getaxeerde. De taxateur erkent in de plausibiliteitsverklaring een verkeerd adres te hebben opgenomen. Dit is gecorrigeerd na een opmerking van klager en de taxateur heeft de factuur op dit onderdeel ten gunste van klager aangepast.

Ten aanzien van het door klager gestelde foutieve aantal m2, overweegt het tuchtcollege dat door de taxateur, na ontvangst van nieuwe tekeningen van klager, het aantal m2 is aangepast in het definitieve rapport. Wel had dit duidelijkheidshalve in het definitieve rapport moeten worden vermeld. Echter, dat dit niet is gebeurd, moet volgens het tuchtcollege als een slordigheid worden aangemerkt die niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. 

Voor zover door klager is gesteld dat de taxateur gebruik heeft gemaakt van niet vergelijkbare referentieobjecten, is het aan klager voldoende te onderbouwen waarom de taxateur in dat opzicht onjuist zou hebben gehandeld. Zoals in eerdere uitspraken door het tuchtcollege overwogen, dient de taxateur als er geen geschikte vergelijkbare objecten in de directe omgeving blijken te zijn, te onderbouwen waarom deze er niet zijn en breder te zoeken, bijvoorbeeld in omliggende gemeenten of terug in de tijd (zie “Taxatieleer Vastgoed 1” van Ten Have e.a. 6e druk, hoofdstuk 7.1.3 e.v.).

Het tuchtcollege oordeelt dat door klager onvoldoende is onderbouwd waarom de taxateur van onjuiste referenties zou zijn uitgegaan en evenmin is het college gebleken dat de taxateur die referenties ten onrechte heeft toegepast. De taxateur heeft zijn keuze daarnaast voldoende duidelijk toegelicht.

Tenslotte stelt het tuchtcollege vast dat de taxateur heeft erkend dat er een fout stond in de plausibiliteitsverklaring en hij dit heeft aangepast.

Het tuchtcollege acht de klacht ongegrond.


Terug naar overzicht