Een bedrijf huurt een bedrijfsruimte. In het huurcontract is een koopoptie opgenomen. Afgesproken is dat als huurder en verhuurder het niet eens kunnen worden over een koopprijs, zij beiden een register taxateur aanwijzen om tot een prijs te komen. In plaats daarvan hebben huurder en verhuurder een eigen taxatierapport op laten maken, met een waardering van € 400.000,00 respectievelijk € 510.000,00. De beklaagde taxateur heeft op verzoek van de verhuurder ook aangegeven dat, rekening houdend met ontwikkelingspotentie, een waarde van € 685.000,00 aan de orde zou zijn.

De huurder vindt het verschil tussen de waarderingen erg hoog en zijn advocaat dient een klacht in. Klager stelt dat hij niet kan aangeven wat er verkeerd zou zijn aan de referenties.

De taxateur reageert kort: hij heeft zijn taxatierapport nogmaals doorgenomen en staat daar volledig achter.

Het tuchtcollege overweegt dat een klager duidelijk moet maken wat zijn bezwaren zijn tegen de gedragingen waarover hij klaagt. Klager heeft onder meer gesteld dat er verkeerde huur- en koopreferenties zijn gebruikt en dat de taxateur deze ten onrechte toepasbaar heeft geacht. Klager heeft echter niet aangegeven waarom de gebruikte referenties niet juist zouden zijn. Sterker nog, klager stelt dat hij geen idee heeft of de juiste uitgangspunten of referenties zijn gebruikt.

Het tuchtcollege overweegt dat het aan een klager is om voldoende te onderbouwen waarom de verweerder onjuist zou hebben gehandeld. Vervolgens is het aan het tuchtcollege om het gedrag te toetsen aan de reglementen van NRVT.

Omdat klager niet onderbouwt waarom verweerder van onjuiste referenties is uitgegaan, is dit deel van de klacht ongegrond.

Over de waarde herhaalt het tuchtcollege dat die in een tuchtprocedure niet rechtstreeks kan worden getoetst. Er kan alleen worden getoetst of de taxateur gehandeld heeft conform de reglementen van NRVT. Dat twee taxateurs tot een andere marktwaarde uitkomen, maakt nog niet dat de getaxeerde marktwaarde in het licht van die reglementen onjuist tot stand is gekomen. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond. Ten overvloede geeft het tuchtcollege partijen in overweging om hetgeen is afgesproken in het huurcontract alsnog ten uitvoer te brengen om zo te komen tot een gezamenlijke bepaling van de verkoopprijs.