Er is een taxatierapport opgesteld van een landbouwbedrijf vanwege mogelijke beëindiging van een pachtcontract vanwege natuurontwikkeling. Klager is verbolgen dat de taxateurs hierbij gekozen hebben voor het uitgangspunt liquidatie gelet op zijn gezondheidstoestand. De taxateurs hebben in het rapport opgenomen dat zij inschatten dat klager nog een lange weg te gaan heeft voor hij zal zijn hersteld, als hij al volledig zal herstellen. Klager vindt dat de taxateurs daarmee ten onrechte op de stoel van een arts zijn gaan zitten.

Uit het dossier en ter zitting is gebleken dat het uitgangspunt liquidatie met name is gekozen vanwege de marginale bedrijfsresultaten en de beperkte aanwezigheid van vee. Zo waren de varkensstallen leeg en waren er slechts enkele zoogkoeien aanwezig. De taxateurs hebben ook verklaard dat zij zich - achteraf bezien - beter hadden kunnen onthouden van een prognose van de medische situatie van klager in de toekomst.

Uitgangspunt bij de keuze liquidatie of reconstructie zijn de persoonlijke omstandigheden van de pachter. Daartoe behoort ook diens gezondheidstoestand. In zoverre valt de taxateurs niets te verwijten. Wel hadden de taxateurs zich daarbij moeten beperken tot de feiten, te weten dat klager een CVA heeft doorgemaakt waarvan hij nog niet is hersteld. De prognose was onnodig en lag buiten de deskundigheid van de taxateurs.

Gelet hierop acht het tuchtcollege de klacht gegrond, het rapport is niet met de vereiste zorgvuldigheid opgemaakt. Omdat de taxateurs geen enkele intentie hebben gehad om klager te kwetsen of benadelen, wordt geen maatregel opgelegd.