Onderhoudstoestand appartementencomplex niet goed weergegeven in taxatierapport?

Dossiernummer: 24657

Datum uitspraak: donderdag 09 januari 2025

De klacht betreft een door de taxateur opgesteld taxatierapport ten behoeve van de financiering voor het appartement dat klager reeds heeft gekocht ten behoeve van de verhuur.

Klager is van mening dat de taxateur zich niet heeft gehouden aan de regelgeving van NRVT en voert terzake een drietal klachtonderdelen aan:

  1. De taxateur heeft referentieobjecten gebruikt uit andere – beter onderhouden – woonblokken terwijl betere referentieobjecten voorhanden waren.
  2. De taxateur had het achterstallig onderhoud op moeten merken en vermelden in het rapport nu dit duidelijk op locatie zichtbaar was en wordt genoemd in het VvE-verslag van oktober 2021.
  3. Door de taxateur is een te hoge marktwaarde vastgesteld. Klager stelt door de door de taxateur te hoog vastgestelde waarde schade te hebben geleden.

De taxateur voert gemotiveerd verweer tegen de klachtonderdelen. De keuze van de referentieobjecten en het duiden van de verschillen en het inschatten van de marktwaarde hiervan, behoort tot het wezen van taxeren waarbij de taxateur een behoorlijke mate van vrijheid heeft. Dit is ook eerder door het tuchtcollege vastgesteld. Zowel de gekozen referentieobjecten als de gegeven toelichtingen ten aanzien van de onderbouwing van de marktwaarde zijn zorgvuldig en transparant tot stand gekomen. Er is duidelijk verwoord waarom wel of juist niet sprake is van een vergelijkbare woning en ook wat het effect op de marktwaarde ervan is. De taxateur heeft de onderhoudstoestand vastgesteld en opgenomen zoals deze in maart 2022 was. Er was sprake van een goede staat van onderhoud met inachtneming van het feit dat het een complex uit 1960 betrof. Er was op dat moment geen Meerjaren Onderhoudsplan (“MJOP”) voorhanden en uit de VvE–stukken bleek niet dat er een concreet besluit was tot het doen van een extra bijdrage voor onderhoudskosten. Ten slotte wijst de taxateur erop dat de koop op het moment van de aanvraag van de taxatie al was gesloten en dat het door klager ingebrachte tweede taxatierapport een andere doelomschrijving heeft. Daarin is het later opgestelde MJOP wel meegewogen.

Het tuchtcollege stelt vast dat de opzet van het rapport goed is, maar merkt daarbij op dat het beter was geweest als de taxateur wel een opmerking over de VvE had gemaakt en had opgenomen dat de MJOP ontbrak. Dat de financiële situatie niet goed was kan worden opgemaakt uit hetgeen wel van de VvE voorhanden was. Klager was bekend met deze stukken.

Alles overziende is het tuchtcollege van oordeel dat de taxateur ten aanzien van enkele feitelijkheden zorgvuldiger te werk had kunnen gaan. Van een klachtwaardig handelen waarvan de taxateur een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, is het tuchtcollege echter niet gebleken.

Het tuchtcollege verklaart de klacht daarom ongegrond.

Klager heeft tot slot nog gesteld dat hij als gevolg van het handelen van de taxateur schade heeft geleden waarvoor hij schadeloos wil worden gesteld. Los van het feit dat deze kwestie niet specifiek onderdeel uitmaakt van de klacht geeft het Reglement Tuchtrechtspraak het tuchtcollege niet de bevoegdheid hierover te beslissen.


Terug naar overzicht