Klager stelt dat de taxateur is uitgegaan van onjuiste metingen waardoor de waarde niet goed is. De kengetallen in vastgoed zijn communicerende vaten en er zou een verband moeten zijn tussen de m²-prijs, het aantal m² en de waarde van het object. Dat is volgens klager hier niet het geval.

De taxateur erkent dat er iets misgegaan is bij de metrages. Deze metrages zijn automatisch vanuit de BAG meegekomen en had de taxateur moeten checken en corrigeren. Echter, door technische complicaties lukte dit in eerste instantie niet. Daardoor is in het eerste rapport 60 m² opgenomen. De taxateur is echter bij het vaststellen van de waarde uitgegaan van de door hem zelf gemeten 75 m² en niet van het onjuiste metrage. Dit blijkt ook uit de referentiepanden, welke qua vierkante meters in lijn zijn met het gewaardeerde object. Klager verwart volgens de taxateur de waardebegrippen in verhuurde staat en de leegwaarde. De opgenomen referenties zijn leegwaarde referenties. Het door klager overgelegde nieuwe huurcontract acht de taxateur niet marktconform.

Het tuchtcollege overweegt dat de taxateur zorgvuldiger te werk had kunnen gaan, maar vindt dat er geen sprake is van klachtwaardig gedrag waarvoor de taxateur een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Dit is al vaker door het tuchtcollege overwogen. De overige kritiekpunten zijn door verweerder voldoende weerlegd in zijn verweerschrift en ter zitting.

Het tuchtcollege oordeelt dat de klacht ongegrond is.