Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op taxatierapporten vallend onder bedrijfsmatig vastgoed. Uit het auditrapport blijkt onder meer dat de referentieanalyse onvolledig en onvoldoende navolgbaar is, niet inzichtelijk is hoe de huurwaarde is bepaald en de gehanteerde rendementseisen niet navolgbaar zijn.

De taxateur heeft na de audit besloten geen taxatierapporten meer uit te brengen heeft zich uit laten schrijven.

Het tuchtcollege overweegt dat uit het auditrapport blijkt dat de drie taxatierapporten op onderdelen minder goed navolgbaar zijn. Het tuchtcollege heeft geconstateerd dat de taxateur vaak wel een toelichting geeft, maar niet altijd op een logische plaats. Ook kan hij duidelijker het uitgangspunt (belegging of eigen gebruik) omschrijven, waardoor beter inzichtelijk wordt hoe hij tot zijn conclusies is gekomen. Zo zijn de referenties bijvoorbeeld niet in het rapport zelf, maar wel in de bijlagen van het taxatieprogramma onderbouwd. De onderbouwing van de huurreferenties en conclusies hieruit zijn naar het oordeel van het college wel voldoende navolgbaar. De onderbouwing van de gehanteerde aanvangsrendementen was mogelijk geweest door deze te herleiden uit de opgenomen referentietransacties. Het is immers mogelijk om de inkomstenkapitalisatiemethode (op huurwaarde) te gebruiken in een eigenaar/gebruiker taxatie door gebruik te maken van aanvangsrendementen die herleid worden uit de eigenaar/gebruiker referentietransacties zoals opgenomen.

De rapporten hadden op dit punt naar het oordeel van het tuchtcollege beter gekund, maar dit hangt deels ook samen met het programma waarin het rapport is geschreven. Het tuchtcollege acht de tekortkomingen niet dermate ernstig dat deze tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn, zodat de klacht ongegrond wordt verklaard.