Recreatiewoning met energiebesparende voorzieningen
Dossiernummer: 22403
Datum uitspraak: maandag 12 september 2022
Een taxateur heeft een rapport opgesteld van een recreatiewoning in het kader van een boedelscheiding. De klager is het niet eens met de waardering, die veel te laag zou zijn. Klager wijst daarvoor op de WOZ-waarde en een eerder uitgebracht bod. Ook stelt klager dat recente energiebesparende verbeteringen niet zijn meegenomen bij de waardering.
De taxateur stelt dat het gaat om een verouderde recreatiewoning, die niet permanent bewoond mag worden, in een park met beperkte voorzieningen. De oudere woningen worden geregeld alleen voor de grondwaarde verkocht om nieuwbouw op te realiseren. Daardoor is de woning niet te vergelijken met recreatiewoningen van dezelfde grootte op modernere parken. Energiebesparende maatregelen hebben daardoor volgens de taxateur weinig effect op de waarde.
Het tuchtcollege overweegt dat de taxateur het gemiddelde lijkt te hebben genomen van de twee referenties uit 2016 en 2017, waarbij er één gecorrigeerd is en de andere niet, zonder dat duidelijk is waarom. Het tuchtcollege oordeelt dat het taxatierapport daardoor onvoldoende zorgvuldig en transparant is. Dat de referentiepanden onjuist zouden zijn, volgt het tuchtcollege niet. De taxateur heeft gemotiveerd aangegeven waarom hij deze referenties heeft gekozen en aangegeven waarom hij deze vergelijkbaar vindt. Ook de stelling over de WOZ volgt het tuchtcollege niet, omdat deze op geheel andere wijze wordt bepaald dan de marktwaarde.
Waarom de taxateur de energiebesparende voorzieningen van beperkte waarde vindt, heeft hij toegelicht in het verweerschrift. Deze toelichting had in het rapport moeten staan.
De klacht is gedeeltelijk gegrond, omdat onvoldoende is voldaan aan de eisen van zorgvuldigheid en transparantie. De taxateur wordt een waarschuwing opgelegd.
Terug naar overzicht