Klager heeft het getaxeerde object, de woning naast zijn eigen woning, laten bouwen voor zijn moeder. Omdat de grond al van klager was, maar de woning gezamenlijk is gefinancierd, heeft klager gekozen voor een recht van opstal constructie in combinatie met een leningsovereenkomst. Inmiddels is de moeder van klager onder bewind gesteld. De bewindvoerder heeft besloten dat de moeder niet langer in de woning kan blijven wonen. Een taxatie van de woning zal uitkomst moeten bieden bij de financiële ontvlechting. Het rapport is opgesteld in opdracht van de bewindvoerder.

Klager dient een klacht in tegen de taxateur. Volgens klager is de waarde niet op de juiste wijze vastgesteld. Door klager is een dertiental klachtonderdelen, met subonderdelen, aangevoerd tegen het door de taxateur opgestelde rapport.

De taxateur erkent dat het rapport niet voldoet en heeft begrip voor het feit dat klager een klacht heeft ingediend.

Het tuchtcollege oordeelt dat, nu de taxateur bevestigt dat het rapport niet voldoet aan de NRVT-regels, het tuchtcollege aan het behandelen van de afzonderlijke klachtonderdelen niet meer toekomt. De klacht is gegrond.

Vanwege de aard en de ernst van het geconstateerde, en de schending van de fundamentele beginselen van professionaliteit, zorgvuldigheid, integriteit en transparantie - waardoor het maatschappelijk vertrouwen in de taxatiebranche ernstig is geschaad - acht het tuchtcollege een berisping met een boete de enige passende maatregel.