Taxatierapport voormalig agrarisch bedrijf met caravanstalling
Dossiernummer: 23542
Datum uitspraak: woensdag 22 november 2023
Vanwege een echtscheiding wordt een taxatierapport opgemaakt van een voormalig agrarisch bedrijf dat in gebruik is als bedrijfswoning met caravanstalling. De ex-partner vindt de waardering van € 670.000 veel te laag, twee andere taxaties komen op waardes boven de € 1.000.000. Klager denkt dat de taxateur zich heeft laten beïnvloeden door de opdrachtgever, die het object wil overnemen. Klager dient te worden uitgekocht.
De taxateur stelt dat hij alleen zakelijke banden heeft met de tussenpersoon en al helemaal geen banden heeft met de opdrachtgever. Hij is zich zeer goed bewust van de regels omtrent onafhankelijkheid en objectiviteit. Daarvan is hier geen sprake.
Als verklaring voor de uiteenlopende waardes, wijst de taxateur op de bestemming en de mogelijke activiteiten die er mogen worden ontwikkeld. De publiekrechtelijke bestemming is nog steeds agrarisch. De caravanstalling is alleen toegestaan naast een agrarisch bedrijf en op een beperkt deel van het perceel. Daar hebben de andere makelaars/taxateurs volgens hem geen rekening mee gehouden. Mogelijk is de bestemming te wijzigen tot ‘wonen’, maar dan zullen diverse bijgebouwen moeten worden gesloopt. Hij wijst erop dat hij een lange staat van dienst heeft in LAV-taxaties en dat hij vaker merkt dat hierbij verkeerde verwachtingen bestaan.
Het tuchtcollege vindt de stelling dat de taxateur zich heeft laten beïnvloeden onvoldoende onderbouwd. Ook van belangenverstrengeling is niet gebleken.
Het tuchtcollege herhaalt weer eens dat de toegekende marktwaarde alleen marginaal kan worden getoetst. Het tuchtcollege dient te beoordelen of de taxateur bij het uitvoeren van de taxatie in redelijkheid tot de getaxeerde waarde heeft kunnen komen en of hij bij het taxeren de zorgvuldigheid, objectiviteit en transparantie heeft betracht die van hem mocht worden verwacht. Het enkele feit dat de door verweerder geschatte marktwaarde lager is dan waar klager wellicht op had gehoopt, of lager is dan de door een andere taxateur bepaalde waarde, maakt nog niet dat de getaxeerde marktwaarde onjuist is.
De taxateur heeft uitgebreid toegelicht welke complicaties hij heeft geconstateerd met betrekking tot de agrarische bestemming. Bij de waardering van een voormalig agrarisch bedrijf vereisen dergelijke complicaties de nodige voorzichtigheid van de taxateur. Niet uit te sluiten valt dat verschillende taxateurs op uiteenlopende wijze met dergelijke complicaties omgaan.
Het tuchtcollege ziet geen aanleiding om aan de uitkomst van de gestelde waarde te twijfelen.
Het tuchtcollege verklaart de klacht dan ook ongegrond.
Terug naar overzicht