Een taxateur waardeert een bedrijfswoning met schuren erf, ondergrond, tuin, weiland en aanhorigheden. In het kader van de boedscheiding ligt de peildatum  drie jaar voor de taxatiedatum.

Klaagster stelt dat het terrein in de tussentijd ernstig verwaarloosd is en de taxateur ten onrechte een correctie voor de opruimkosten heeft opgevoerd. Bovendien negeert hij de BAG-registratie. Dit betekent dat er sprake is van een bedrijfswoning met woonfunctie, waarbij het verblijfsobject in gebruik is.

Het tuchtcollege wijst de klacht af. De taxateur is terecht uitgegaan van het bestemmingsplan en niet van de BAG-registratie. De laatste is juridisch niet leidend. Daarnaast vind het Tuchtcollege het niet onredelijk dat er een correctiepost voor het verwijderen van begroeiingen ed. is opgenomen. Verder is bij de waardering voor de schuur terecht niet uitgegaan van de bouwkosten.

De klacht is ongegrond.