Tuchtcollege vindt intuïtieve methode onder de maat

Dossiernummer: N23571

Datum uitspraak: donderdag 23 mei 2024

NRVT heeft een audit uitgevoerd, waarbij twee taxatierapporten op het gebied van bedrijfsmatig vastgoed zijn beoordeeld. In alle rapporten is sprake van tekortkomingen. De opdrachtvoorwaarden voldoen niet en belangrijke inputparameters als exploitatielasten en aanvangsrendement zijn onvoldoende onderbouwd. Ook worden verschillen tussen de DCF en NAR-berekening niet nader toegelicht en is de kwalitatieve analyse onvoldoende. Daardoor zijn de getaxeerde waarden niet inzichtelijk en zijn de rapporten voor derden niet te volgen.  

Daardoor is de getaxeerde waarde niet inzichtelijk, waardoor de rapporten niet voldoen aan de vereiste zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels) en vakbekwaamheid (artikel 9). NRVT vindt de tekortkomingen ernstig genoeg voor een berisping.

De taxateur vindt dat het hem na 40 jaar niet ontbreekt aan vakkennis, het gesprek met de auditor, dat digitaal was, verliep niet soepel. Hij twijfelt niet aan de juistheid van de door hem getaxeerde bedragen. Hoe hij de exploitatielasten, gebaseerd op kengetallen, verder zou moeten onderbouwen, is hem nog niet duidelijk geworden. Hij vindt dat wat NRVT van hem verwacht, indruist tegen de onafhankelijke geest. Ook voert hij aan dat de door hem gebruikte intuïtieve methode door de civiele rechter geaccepteerd wordt.

Het tuchtcollege volgt NRVT in de klacht, het rapport is op onvoldoende zorgvuldige en transparante wijze opgemaakt en de taxateur heeft niet vakbekwaam gehandeld. Als er geen referenties zijn, zal de register taxateur dit in het taxatierapport moeten uitleggen en zal hij moeten laten zien hoe hij dan tot de waarde is gekomen. Dat de civiele rechter in een enkel geval, als er geen andere methoden voorhanden zijn, de intuïtieve waarderingsmethode accepteert, maakt dat niet anders. Als, zoals in dit geval, niet aannemelijk kan worden gemaakt dat er geen referenties voorhanden zijn, volstaat de intuïtieve methode niet.

Het tuchtcollege vindt dat het hier gaat het om meer dan geringe tekortkomingen/onzorgvuldigheden die verweerder grotendeels heeft erkend. Hij heeft ook laten zien dat hij de bereidheid heeft om kritisch naar zijn werkwijze te kijken en deze – waar nodig – te verbeteren, hetgeen bevorderlijk zal zijn voor zijn vakbekwaamheid en de kwaliteit van zijn taxaties. Daarom vindt het tuchtcollege een waarschuwing hier een passende maatregel.


Terug naar overzicht