Tuinhek staat niet op de erfgrens, moet de taxateur dit constateren?
Dossiernummer: 23503
Datum uitspraak: donderdag 11 mei 2023
Voor de financiering van de aankoop van een woning is een taxatierapport opgesteld. Enige tijd later, als de koper een schuur wil verbouwen, komt hij erachter dat een deel van de tuin niet zijn eigendom is maar dat van zijn achterbuurman. Het hek tussen hun tuinen blijkt niet op de erfgrens te staan. Het gaat om een strook grond van 161m2 over de gehele achterzijde van de tuin.
Hij klaagt de taxateur aan, die had volgens hem moeten vaststellen dat de erfgrens niet klopte. Ook vindt klager dat de taxateur op moet draaien voor een deel van de extra kosten die hij heeft moeten maken om de bewuste strook grond alsnog te kopen van de buurman.
De taxateur zegt dat hij het perceel heeft opgenomen en een rapport heeft opgesteld. Toen hij van klager begreep dat er discussie was over de erfgrens, heeft hij klager verwezen naar de verkopers en de verkopend makelaar. Hij heeft onderzoek gedaan naar de kadastrale data en bijbehorende metrages. Hij is van mening dat in het veld - zonder kennis vooraf - niet te zien is dat er een afwijking is in de kadastrale grenzen ten opzichte van de feitelijke grenzen. Door de begroeiing en de geplaatste opstallen is er geen reden om aan te nemen dat de feitelijke grenzen afwijkingen vertonen ten opzichte van de juridische grenzen. Hij begrijpt dat het een vervelende situatie is voor klager, maar hij heeft de taxatieopdracht naar behoren en conform de regels en richtlijnen uitgevoerd.
Het tuchtcollege raadpleegt de leveringsakte uit 2007, waarin staat dat het gaat om een perceel van 7 are. Dat kadastrale perceel met woning en erf, heeft de taxateur opgenomen in zijn taxatierapport. Ook de opdracht vermeldt dat betreffende perceel van 7 are. Daardoor heeft de taxateur het perceel getaxeerd conform de juridische situatie, te weten een perceel van 700 m². De taxateur heeft kadastrale gegevens opgevraagd en bij het taxatierapport gevoegd. Ook heeft hij de situatie ter plaatse opgenomen. Daarbij heeft hij aan de achterzijde van het perceel een grenshek gezien, deels aan het oog onttrokken door begroeiing. Daarnaast blijkt ook uit de informatie van de verkopers, die de taxateur ontvangen heeft, niets van afwijkingen met betrekking tot de erfgrens. Er was daarom voor de taxateur geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de kadastrale grens van het perceel afweek van de feitelijk situatie, mede ingegeven door de vorm van het terrein. Het grenshek volgt namelijk wel de kadastrale vorm van het perceel. Daarnaast was de erfafscheiding niet goed zichtbaar door begroeiing ter plaatse en kon het perceel niet in een keer worden overzien. Gezien deze omstandigheden is het denkbaar dat het de taxateur niet is opgevallen dat de tuin groter was dan de 700 m² die uit de kadastrale recherche volgde. De taxateur heeft daarom bij de taxatie niet onzorgvuldig gehandeld.
Dat klager meende dat hij een grotere tuin had gekocht, ingegeven door een onjuist geplaatste erfafscheiding, hoe vervelend ook voor hem, kan de taxateur hier niet worden verweten.
Het tuchtcollege komt dan ook tot het oordeel dat de klacht ongegrond is.
Terug naar overzicht