Vaststellen staat van onderhoud is geen bouwkundige keuring; waarde diende te worden vastgesteld in onverhuurde staat

Dossiernummer: 23566

Datum uitspraak: dinsdag 20 februari 2024

De klacht heeft betrekking op het door de taxateur opgestelde taxatierapport in het kader van een bij de rechtbank lopende echtscheidingsprocedure. Eén kamer van de echtelijke woning is verhuurd aan de vriendin van klager. Klager zou het object tegen de door taxateur vastgestelde waarde (kunnen) overnemen.

Klager heeft een klacht ingediend omdat taxateur bij de taxatie geen rekening heeft gehouden met een verhuurde kamer, taxateur de gebreken in de woning niet op de juiste wijze heeft meegenomen in het rapport en klager benadeeld is door het gebeurde. De taxateur heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen deze klachtonderdelen.

Het tuchtcollege overweegt dat de taxateur - zoals ook vastgelegd in de taxatie-opdracht - gehouden was de marktwaarde van het object vast te stellen in onverhuurde staat. De stelling van klager dat een kamer in het object was verhuurd is – wat daarvan ook zij – voor deze taxatie niet relevant.  Taxateur heeft daar terecht geen rekening mee gehouden. Verder blijkt uit het e-mail bericht van klager van 7 juni 2023 dat klager taxateur uitdrukkelijke toestemming heeft verleend tot betreding van het object.

Verder overweegt het tuchtcollege dat de bouwkundige beoordeling weliswaar onderdeel uitmaakt van het taxatierapport maar dat het taxatierapport uitdrukkelijk geen bouwkundig rapport is. Op basis van het taxatiemodel van 2021 stellen taxateurs een globaal oordeel op van de bouwkundige onderdelen van een object, zodat partijen een beeld kunnen vormen van eventueel toekomstig onderhoud en de kosten daarvan. De taxateur heeft de staat van onderhoud van de woning in zijn geheel en op onderdelen beoordeeld. Het geheel is beoordeeld als redelijk en bepaalde onderdelen zijn beoordeeld als redelijk, matig en slecht. In het rapport is verder uitdrukkelijk opgenomen dat de geschatte kosten een indicatie zijn en wordt verwezen naar een gespecialiseerd bedrijf voor een offerte. Het tuchtcollege kan de taxateur hierin volgen. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat door een taxateur de onderhoudstoestand anders wordt bekeken dan door de eigenaar van een woning. Het als redelijk beoordelen van de onderhoudstoestand door een taxateur betekent niet dat er niets meer aan de woning hoeft te worden gedaan, maar dat er geen direct noodzakelijke herstelkosten hoeven te worden gemaakt om te voorkomen dat de toestand van de woning verslechtert (om erger te voorkomen).

Het tuchtcollege acht daarom alle klachtonderdelen ongegrond.


Terug naar overzicht