Verschil marktwaarde en verwervingskosten
Dossiernummer: 24675
Datum uitspraak: woensdag 05 maart 2025
De opdrachtgever van een taxatie is niet tevreden over de getaxeerde waarde. Deze is lager dan de koopsom uit 2021 plus het verrichtte meerwerk. Hij heeft meerdere second opinions waaruit een hogere waarde blijkt. Hij kan zich niet voorstellen dat zijn woning ‘onder water’ zou staan. Klager denkt dat de referentiewoningen niet representatief zijn, terwijl er betere vergelijkbare woningen beschikbaar zijn. Ook zijn diverse waardeverhogende elementen niet terug te vinden in het taxatierapport.
De taxateur licht toe dat een taxatiewaarde bepalen iets anders is dan een koopsom vermeerderen met meerwerk. Hij heeft een volledige taxatie opgesteld waarbij de waarde bepaald is door vergelijking met soortgelijke woningen. De second opinions waar de klager naar verwijst, zijn waardechecks. Daarbij gaat het om een indicatie op basis van data. Dat is minder nauwkeurig dan een taxatierapport. Ook verschillen deze waardechecks onderling aanzienlijk. De taxateur heeft gekozen voor representatieve woningen, gelegen in dezelfde wijk, met zoveel mogelijk overeenkomsten met de getaxeerde woning. De verschillen heeft hij benoemd en meegenomen in de waardering. In de omschrijving van de woning zijn diverse pluspunten van de woning opgenomen. Hij staat nog steeds achter zijn rapport en achter de getaxeerde waarde.
Het tuchtcollege overweegt te begrijpen dat het voor klager een teleurstelling is dat de getaxeerde waarde lager uitkomt dan de aankoopprijs plus het meerwerk, maar het taxeren van een woning is gebonden aan strenge regels, en is geen simpele optelsom van de verwervingskosten.
De keuze van de referentiepanden, het duiden van de verschillen tussen de objecten en het inschatten van het effect op de marktwaarde ervan behoort tot het wezen van de taxatie, waarbij de Register-Taxateur een behoorlijke mate van vrijheid heeft.
Ook de omstandigheid dat de door de taxateur geschatte marktwaarde lager is uitgekomen dan de uitkomst van zogenaamde waardechecks, maakt nog niet dat deze getaxeerde marktwaarde onjuist tot stand is gekomen. Terecht wijst de taxateur erop dat deze waardechecks op grond van alleen data, zonder inspectie van de woning en zonder vergelijking van het object met referentiepanden die recent verkocht zijn, niet te vergelijken zijn met een professionele taxatiedienst zoals een NWWI gevalideerd taxatierapport.
Dat de taxateur de pluspunten niet zou hebben benoemd in het taxatierapport, kan het tuchtcollege evenmin volgen. In het taxatierapport heeft de taxateur de vele pluspunten van de woning benoemd en daarmee rekening gehouden in de vergelijking. Dat de taxateur hierbij – naar de opvatting van klager – niet alle punten zou hebben benoemd, kan niet tot het oordeel leiden dat de taxatie onvoldoende is. Een taxatierapport dient immers een ander doel dan een verkoopbrochure.
Gezien het voorgaande komt het tuchtcollege tot de conclusie dat de taxateur bij het opstellen van het taxatierapport waar de klacht tegen gericht is, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
Terug naar overzicht