Wettelijke taxatie inzake planschade zonder referenties levert berisping op
Dossiernummer: 23520
Datum uitspraak: maandag 23 oktober 2023
De woning van klager is door een taxateur getaxeerd in opdracht van de gemeente in het kader van een planschadeadvies naar aanleiding van een wijziging van het bestemmingsplan. Klager stelt dat de taxatie onvolledig en onduidelijk is en iedere feitelijke onderbouwing mist. De taxateur heeft geen rekening gehouden met de planmaximalisatie en de vergelijkingsmethode is onjuist toegepast.
Het tuchtcollege stelt vast dat de kern van de klacht is dat inzicht ontbreekt in de totstandkoming van de waarde van het object in de situatie vóór de inwerkingtreding van het bestuursbesluit waarvoor planschade is geclaimd. Het tuchtcollege beperkt zich tot dit onderdeel van de klacht.
Het tuchtcollege stelt verder met de taxateur vast dat er sprake is van een wettelijke taxatie. Zoals het tuchtcollege eerder heeft overwogen, dient een Register-Taxateur na zorgvuldig onderzoek te komen tot een transparant taxatierapport. Op deze wijze kunnen de opdrachtgever, en anderen die daarbij belang hebben, volgen hoe de taxateur tot zijn waardebepaling is gekomen. Dat moet uit het taxatierapport inzichtelijk en navolgbaar zijn. Alleen dan kan aan een taxatierapport in het maatschappelijk en economisch verkeer vertrouwen worden ontleend.
De taxateur heeft ter uitvoering van de opdracht volstaan met een uitgebreid planschadeadvies met als onderdeel daarvan een taxatierapport. De referentiepanden en een kwalitatieve analyse van de overeenkomsten en verschillen tussen de genoemde referenties en het te taxeren object, heeft de taxateur niet in het taxatierapport opgenomen. Hierdoor is sprake van een verkorte en te summiere rapportage, waarbij de taxateur met name aandacht heeft besteed aan de planschade en te weinig heeft onderbouwd hoe hij tot zijn waardering van het object is gekomen.
Het tuchtcollege is verder van oordeel dat een lopende procedure bij de bestuursrechter een beoordeling door het tuchtcollege niet in de weg staat.
Het tuchtcollege acht de klacht gedeeltelijk gegrond.
Gezien de aard en ernst van de gedraging, waarbij het tuchtcollege uitdrukkelijk betrekt dat de taxateur geen inzicht heeft getoond in de door hem gemaakte fouten en geen afstand lijkt te nemen van zijn rapport ondanks hetgeen ter zitting van het tuchtcollege besproken is, legt het tuchtcollege aan de taxateur een berisping op.
Terug naar overzicht