Wettelijke taxatie: uitgangspunt is formulering van de rechtbank

Dossiernummer: 210412HB

Datum uitspraak: maandag 14 november 2022

Uitspraak in eerste aanleg: Klacht omtrent wettelijke taxatie ongegrond: overeengekomen afwijkingen ontbreken terecht

Een familie met diverse ondernemingen dient (naast de klacht en hoger beroep met dossiernummer 210411) ook een klacht in tegen de taxateur die in opdracht van de STAB, in een rechtbankprocedure, een taxatierapport heeft opgesteld. In eerste aanleg oordeelde het tuchtcollege op 6 januari 2022 dat het ging om een wettelijke taxatie, die niet aan alle (vorm)voorschriften van NRVT hoeft te voldoen.

Het tuchtcollege in hoger beroep kan zich in grote lijnen verenigen met de overwegingen van het tuchtcollege in eerste aanleg en bekrachtigt deze uitspraak.

Ook in hoger beroep wordt aangevoerd dat de taxateur zijn eigen opdracht had vastgelegd. Het tuchtcollege vindt dat ook in hoger beroep terecht. De opdracht van de rechtbank is leidend, maar deze kan onvoldoende duidelijk zijn over de wijze waarop de taxatie zal worden verricht. Dan is het aan de taxateur om deze vast te leggen, zoals in dit geval voorafgaand aan de werkzaamheden is gedaan. Vervolgens heeft de taxateur zich aan deze opdracht gehouden.

De uitspraak in eerste aanleg wordt door het tuchtcollege in hoger beroep bekrachtigd.


Terug naar overzicht