NRVT heeft in april 2021 een field audit uitgevoerd bij de taxateur. Daarbij is een taxatierapport beoordeeld waarin de waarde van 18 objecten is vastgesteld ten behoeve van het berekenen van een compensatiebedrag vanwege de aanleg van een windmolenpark.

De taxateur stelt dat er geen sprake is van een taxatierapport, maar van waardeverklaringen. De opdrachtgever, een gemeente, wilde slechts inzicht in de mogelijke schade en wilde geen taxatierapporten. Daarom werd afgesproken dat de taxateur alleen een analyse van de WOZ-waarden zou maken. Omdat tussen de opdrachtgever en de taxateur niet afgesproken was om een taxatierapport op te stellen, moet volgens de taxateur op grond van de Haviltex-formule daarvan uit worden gegaan. Het rapport is ook nooit naar derden doorgestuurd.

Het tuchtcollege overweegt dat een taxateur voor zijn werkzaamheden moet bepalen of hij een professionele taxatiedienst (PTD) gaat verrichten of dat er sprake kan zijn van Specifiek Overeengekomen Werkzaamheden (SOW). Dat laatste is mogelijk als de taxatiewerkzaamheden uitsluitend voor interne doeleinden worden uitgevoerd en aan de hierin opgenomen getaxeerde waarden in het economisch en maatschappelijk verkeer géén vertrouwen wordt ontleend. Dat moet dan expliciet vastgelegd worden in de opdrachtbevestiging en in de rapportage, om te voorkomen dat er een ruimer vertrouwen wordt ontleend aan de rapportage dan door de specifieke opdracht wordt gerechtvaardigd.

In dit geval is dat niet vastgelegd en heeft de rapportage het opschrift ‘taxatierapport’. Van de 18 objecten wordt een marktwaarde bepaald, zonder dat duidelijk wordt waarop dat gebaseerd is. De taxateur is ten allen tijde gehouden zijn taxatiewerkzaamheden te verrichten conform de reglementen van NRVT. Het Haviltex-criterium speelt daarbij geen rol.

Omdat de komst van een windmolenpark voor omwonenden, waaronder de bewoners/eigenaars van de 18 objecten, grote economische en maatschappelijke gevolgen heeft, had de taxateur een transparant rapport moeten opstellen. Dat het rapport geen externe werking zou hebben gehad, is niet de danken aan de taxateur.

De klacht is gegrond. Gezien de aard en ernst van de gedraging, acht het tuchtcollege een berisping een passende maatregel.