In het kader van een echtscheiding wordt een taxatierapport opgesteld. Klager vindt dat de marktwaarde te hoog is vastgesteld en dat de taxateur de situatie van de woning en de woningmarkt te positief heeft voorgesteld.

Klager vindt dat het uitgangspunt van de taxateur ten aanzien van de woningmarkt niet juist is. De taxateur stelt hierbij: “Door het toenemende vertrouwen en de lage rente, wordt het aanbod alsmaar meer schaars hetgeen de vraagprijzen doet opdrijven.” Van die situatie was ten tijde van het rapport al geen sprake meer.

De gekozen referenties hebben duidelijke voordelen (vrij uitzicht, gelegen aan een gracht) die het getaxeerde pand niet heeft. Ook staan er feitelijke onjuistheden in de beschrijving van de woning en is geen melding gemaakt van achterstallig buitenschilderwerk en houtrot.

De taxateur erkent ter zitting dat de omschrijving van de woningmarkt niet juist was. Het ging om een standaardtekst die hij had moeten aanpassen.

Hij licht toe dat het gaat om een woning gelegen op een groot perceel binnen de vestingwallen, dat maakt het huis uniek. De taxateur heeft gezocht naar referenties met grote percelen die ook binnen de vestingwallen gelegen zijn. Hij heeft in het rapport duidelijk vermeld dat het gaat om een woning uit 1903 die 40 jaar geleden verbouwd is. Dat het gaat om een verouderde woning hoefde hij dan ook niet bij elk onderdeel apart te vermelden. Bijzonder hier is de locatie in de oude binnenstad, op een mooie rustige plek, vlakbij alle stadse voorzieningen, met parkeren op eigen erf en veel leefruimte in en om het huis. De meeste omliggende percelen zijn veel kleiner. Volgens de taxateur is het een unieke woning met veel mogelijkheden.

Het tuchtcollege overweegt dat de omschrijving van de woningmarkt geen juiste omschrijving meer was van de feitelijke situatie op de waardepeildatum. Dat heeft de taxateur ook erkend.

De keuze van de referentiepanden heeft de taxateur voldoende toegelicht. De overeenkomsten en verschillen zijn in het taxatierapport toegelicht en geanalyseerd. In dit verband overweegt het tuchtcollege dat de referenties allen uit een vergelijkbare bouwperiode stammen. 

De feitelijke onjuistheden in het rapport raken niet de kern. Dat de taxateur de onderhoudstoestand als redelijk heeft aangemerkt kan het tuchtcollege volgen. De taxateur heeft daarbij toegelicht dat alles functioneert. Dat de woning gedateerd is en gemoderniseerd dient te worden, blijkt voldoende uit het rapport.

Het tuchtcollege komt dan ook tot het oordeel dat de klacht ongegrond is.