Woonbestemming in hoger beroep alsnog aangetoond
Dossiernummer: 210716HB
Datum uitspraak: vrijdag 13 mei 2022
Uitspraak in eerste aanleg: Samenvatting klachten NRVT inzake verkorte rapporten
In eerste aanleg is de klacht van NRVT naar aanleiding van een audit, gericht tegen twee taxatierapporten van een register taxateur gegrond verklaard en is de taxateur een berisping met boete opgelegd. De taxateur is het niet eens met de uitspraak en stelt hoger beroep in.
In hoger beroep legt de taxateur zich neer bij de beoordeling van het ene rapport, hij erkent dat dat verkorte rapport niet voldeed aan de regels. Maar met de beoordeling van het tweede rapport is hij het absoluut niet eens. De kwestie is of de taxatie binnen de Kamer Wonen had moeten worden verricht. Volgens NRVT was de bestemming LAV, dat heeft de taxateur niet onderkend en ook staat de taxateur niet ingeschreven in de Kamer LAV.
De taxateur gaat in de beroepsprocedure uitgebreid in op de ruime bepalingen van het bestemmingsplan. Dat laat volgens de taxateur de woonfunctie toe voor het object, zodat dat terecht in het taxatierapport vermeld is. Daardoor komt ook het verwijt dat hij niet vakbekwaam heeft opgetreden door een LAV-object te taxeren, te vervallen.
NRVT is niet overtuigd, en stelt dat het toestaan van het gebruik als woning niet betekent dat het gebruik in overeenstemming is met de bestemming.
Het tuchtcollege overweegt in hoger beroep dat de taxateur erin is geslaagd aan te tonen dat uit het bestemmingsplan volgt dat voormalige bedrijfswoningen op percelen met een agrarische bestemming, aangemerkt mogen worden als woning als het agrarisch bedrijf niet meer wordt uitgeoefend. Dit is door de gemeente schriftelijk aan de taxateur bevestigd.
Het hoger beroep slaagt voor het tweede taxatierapport, de klacht daartegen wordt alsnog ongegrond. De eerder opgelegde berisping blijft – voor de eerste taxatie – in stand. De boete komt te vervallen.
Terug naar overzicht