Schorsing na derde klacht in vier jaar tijd blijft in stand
Dossiernummer: 24598HB
Datum uitspraak: vrijdag 20 december 2024
Uitspraak in eerste aanleg: Taxateur wederom voor het tuchtcollege; onvoorwaardelijke schorsing
Een taxateur heeft na een klacht bij het Tuchtcollege NRVT een schorsing opgelegd gekregen van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De taxateur is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep.
De taxateur vindt dat het tuchtcollege bij de uitspraak geen rekening had mogen houden met een eerdere klacht. Hij vindt dat hij nu tweemaal gestraft is voor hetzelfde feit. Ook licht hij toe hoeveel een schorsing van 6 weken hem gaat kosten.
Het tuchtcollege constateert dat er sprake is geweest van drie klachten, te weten:
- de klacht van het NWWI van 27 februari 2020 over een rapport van de taxateur van 20 januari 2020. Deze klacht is door het tuchtcollege op 10 juni 2020 gegrond verklaard en aan de taxateur is de maatregel van schorsing voor de duur van zes maanden opgelegd, waarvan drie maanden voorwaardelijk. In hoger beroep is deze maatregel bij uitspraak van 16 april 2021 gewijzigd in een voorwaardelijke schorsing van zes maanden met een proeftijd van 2 jaar.
- de klacht van 12 januari 2023 over een rapport van de taxateur van 15 november 2022. Bij uitspraak van 1 mei 2023 is de klacht gegrond verklaard en een berisping opgelegd.
- de onderhavige klacht van 18 januari 2024 over een rapport van de taxateur van 19 januari 2023. In eerste aanleg, de hier bestreden uitspraak van 26 juni 2022, is ook deze klacht gegrond verklaard en aan de taxateur is de maatregel opgelegd van schorsing van 12 weken, waarvan zes weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De taxateur acht de opgelegde maatregel te zwaar, ook omdat – kort gezegd - de opgelegde berisping bij uitspraak van 1 mei 2023 niet meegewogen had mogen worden. Hij was ten tijde van het opstellen van het in deze procedure aan de orde zijnde rapport van 19 januari 2023 namelijk nog niet op de hoogte van die uitspraak.
Het tuchtcollege volgt de taxateur daar niet in en overweegt daartoe het volgende.
De opgelegde proeftijd van twee jaar bij de uitspraak van 21 april 2021 houdt in dat, als de taxateur binnen deze proeftijd weer een rapport uitbrengt dat in strijd is met de regelgeving van NRVT, de voorwaardelijke schorsing omgezet kan worden in een onvoorwaardelijke schorsing. De overtreding van de regels moet in de proefperiode plaatsvinden, maar de klacht hoeft niet binnen deze proefperiode te worden ingediend. Ook hoeft er geen sprake te zijn van een uitspraak van het tuchtcollege in de proefperiode.
Nu de taxateur tijdens de proeftijd van twee jaar, zoals genoemd in de uitspraak van 16 april 2021, twee rapporten heeft uitgebracht (op 15 november 2022 en op 19 januari 2023) die niet voldoen aan de eisen van NRVT, had op grond daarvan, en zelfs op basis van één van deze twee rapporten, de zes maanden voorwaardelijk opgelegde schorsing omgezet kunnen worden in een onvoorwaardelijke schorsing. Dat is niet gebeurd.
Van het twee keer voor dezelfde fouten bestraft worden (ne bis in idem) zoals de taxateur stelt, is geen sprake. Het gaat om overtredingen van de regelgeving bij drie verschillende rapporten die ieder op zichzelf oplegging van een maatregel rechtvaardigen. Een zwaardere maatregel kan worden opgelegd als gebleken is dat, zoals hier het geval is, ondanks eerdere maatregelen geen verbetering in de werkwijze van de taxateur is opgetreden.
Alles overziend is het tuchtcollege in hoger beroep van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde maatregel geenszins te zwaar is.
Het tuchtcollege in hoger beroep zal het beroep dan ook verwerpen.
Terug naar overzicht