Reglement Hybride waardering (per 1 januari 2025)
Bijlage bij het Reglement Hybride waardering
1. Eisen ten aanzien van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De door de modelwaardeleverancier te leveren Modelwaarde dient te voldoen aan de navolgende eisen betreffende betrouwbaarheid en nauwkeurigheid:
a. De kans dat de Modelwaarde minder dan 15% afwijkt van de transactiewaarde dient minimaal 85% te zijn, mits de hoogte van het hypothecair krediet ten hoogste 70% van de aldus vastgestelde waarde van de woning bedraagt.
b. De kans dat de Modelwaarde minder dan 10% afwijkt van de transactiewaarde dient minimaal 90% te zijn wanneer de hoogte van het hypothecair krediet meer dan 70% doch ten hoogste 90% van de aldus vastgestelde waarde van de woning bedraagt.
Dit houdt in dat de kansverdeling rondom de onzekere voorspelling voldoende zeker is dat naar verwachting in maximaal 15%, respectievelijk 10% van de gevallen een afwijking tot de te realiseren transactiewaarde van meer dan 15%, respectievelijk 10% wordt gevonden.
De verantwoordelijkheid voor het in een Modelwaarderapport opnemen van een correcte aanduiding van de minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de Modelwaarde van een woning rust bij de modelwaardeleverancier. De verantwoordelijkheid voor de toepassing van de regel omtrent de hoogte van het krediet in relatie tot de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de Modelwaarde rust bij de kredietverstrekker[1]. De Register-Taxateur die de Modelwaarde beoordeelt mag afgaan op de juistheid van de hem verstrekte gegevens daaromtrent.
Prestatiemeting
2.
Om te verifiëren dat de door de modelwaardeleverancier af te geven indicatie van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid valide is, wordt jaarlijks door de modelwaardeleverancier voor heel Nederland of per COROP-gebied een prestatiemeting uitgevoerd aan de hand van een door of in opdracht van NRVT aan de modelwaardeleverancier te verstrekken uniforme dataset met transactiegegevens van verspreid over Nederland gelegen woningen. Bij het bepalen van de Modelwaarde en het bepalen van de aanduiding van de minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van die Modelwaarde waarborgt de modelwaardeleverancier dat de transacties die gebruikt worden voor de toetsing op geen enkele wijze zijn betrokken in het Model zelf. Het is aan de modelwaardeleverancier om te bepalen voor welke objecten een Modelwaarde kan worden afgegeven en aan te geven aan welke onder 1. bedoelde betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidseis deze Modelwaarde voldoet.
3.
Een modelwaardeleverancier mag ervoor kiezen om voor heel Nederland of per COROP-gebied te testen.
4.
Wanneer een modelwaardeleverancier voor het gebied waarvoor getest is op basis van de eigen aanduiding van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid geen Modelwaarden kan bieden, of uit de prestatiemeting blijkt dat minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid niet wordt gehaald, dan mag deze in dat gebied geen Modelwaarderapporten leveren.
5.
De correcte uitvoering van deze jaarlijkse prestatiemeting wordt aangetoond door middel van een accountantsverklaring. Deze accountantsverklaring kan geïntegreerd zijn met de accountantsverklaring over de correcte uitvoering van de backtest.
Backtest
6.
Om achteraf te kunnen vaststellen dat de door een modelwaardeleverancier in een bepaald jaar daadwerkelijk geleverde aanduidingen van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de Modelwaarden valide zijn, zal dit jaarlijks door de modelwaardeleverancier door middel van een accountantsverklaring dienen te worden bevestigd. Deze accountantsverklaring dient te bevestigen dat de modelwaardeleverancier de benodigde transparantie heeft geboden aan de accountant om zijn rol te kunnen vervullen, alle benodigde maatregelen heeft getroffen om aan de beheersdoelstellingen te voldoen en dat de accountant zich heeft vergewist van de goede werking daarvan. Ook bevat deze een verklaring, dat uit het narekenen van de uitkomsten van de validatie door de modelwaardeleverancier aan de hand van de dan beschikbare transactiewaarden blijkt dat deze correct zijn.
7.
Wanneer uit de backtest als bedoeld onder 6 van deze bijlage blijkt dat een modelwaardeleverancier Modelwaarden heeft geleverd die niet voldoen aan de in de desbetreffende Modelwaarderapporten genoemde minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid, dient de modelwaardeleverancier binnen een kwartaal middels een prestatiemeting als bedoeld onder 2. aan te tonen dat verbeteracties zijn uitgevoerd en weer aan de vereiste betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldaan wordt. Indien vervolgens in backtests herhaaldelijk blijkt dat Modelwaarden zijn geleverd die niet aan de in de Modelwaarderapporten opgenomen minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldoen, kan de modelwaardeleverancier door NRVT middels een bestuursbesluit worden uitgesloten van de levering van Modelwaarden in Nederland of het betreffende COROP-gebied ten behoeve van de Hybride waardering. Dit geldt voor minimaal een kwartaal na constatering en tot de leverancier middels een actuele accountantsverklaring aantoont weer te voldoen.
Eisen aan prestatiemeting en backtest
8.
Zowel de onder 2. bedoelde prestatiemeting als de onder 6. bedoelde backtest, dienen te voldoen aan een door de NBA[2] goed te keuren auditprotocol, dat uitgaat van algemeen aanvaarde normen voor prestatiemeting en backtesting.
Tijdelijke regeling
9.
Deze bijlage geldt met ingang van 1 januari 2025. Het onderdeel ‘Eisen ten aanzien van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid' in deze bijlage geldt tot het moment dat regels omtrent de minimale betrouwbaarheid en nauwkeurigheid zijn opgenomen in wet- en regelgeving, of op andere wijze geborgd zijn.
[1] NRVT heeft geen zeggenschap over de maximale hoogte van een krediet ten opzichte van de waarde van een woning die kredietverstrekkers mogen hanteren en houdt geen toezicht op de naleving van deze norm.
[2] Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants